spinthout, kernhout, rijphout, geur, kleur, ringporig, verspreidporig, kopshout, dosse, kwartiers, spiegels, vochtgehalte, droging, werking, mdf, multiplex, fineer, gefineerde plaat, luxe, karakter,  stoer, modern, ambachtelijk

 

Hout is het basismateriaal voor de meubelmaker.

Er zijn vele houtsoorten waarmee gewerkt kan worden. Vuren, lariks/douglas, beuken, essen, esdoorn, eiken, iepen, kersen en noten maar ook diverse tropische houtsoorten.

Alle houtsoorten waar ik mee werk zijn afkomstig uit duurzaam beheerde bossen in onze omgeving of omringende landen. Ook het tropische hout wordt verantwoord beheerd en geoogst. 

Iedere houtsoort heeft zijn eigen karakter.

 

Naast het massieve hout werk ik ook met MDF, multiplex en gefineerd plaatmateriaal

Gefineerd plaatmateriaal is er in twee vormen; constructief en decoratief.

Constructief zoals MDF, multiplex, spaanplaat, hardboard en verschillende afgeleide vormen hiervan

Decoratief zoals gefineerd eiken, HPL, Corian en verschillende afgeleide kleuren, structuren en bewerkingen

De zichtranden worden afgewerkt met kantenband in dezelfde structuur en kleur

 

Er zijn kernhout-, rijphout- en spinthoutbomen.

 

Kernhoutbomen zijn onder andere de eik, tamme kastanje, iep en kers.

Kenmerk: Het zijn bomen die steeds kernhout maken. Het is wat donkerder van kleur dan spinthout en niet sterker maar wel duurzamer.

 

Rijphoutbomen zoals de beuk.

Kenmerk: Ze hebben in het centrum van de stam hout dat niet meer meedoet aan de sapstroom en droger is dan spint. Dit hout kan tot aan de schors gebruikt worden omdat er (nagenoeg) geen kleurverschil is tussen het kern- en spinthout.

 

Spinthoutbomen zoals de wilg, populier, berk, es en de esdoorn

Kenmerk: De sapstroom gaat via het spinthout. Het centrum van de stam heeft dezelfde lichtere tint. Opbrengst van de boom is hoog.

 

Houtsoorten kun je herkennen aan een aantal kenmerken:

* nerfstructuur

* geur

* kleur

* ring- of verspreidporig

* kopshout of houtstralen

 

De  twee belangrijkste manieren van zagen zijn dosse en kwartiers.

Bij dosse gezaagd hout lopen alle zaagsneden evenwijdig. De stam is in plakken gezaagd.

Bij kwartiers gezaagd hout wordt de stam eerst in de lengte in 4 kwarten gezaagd waarna de delen tot planken worden gezaagd. Dit kost meer tijd, is duurder maar geeft mooie spiegels op het hout zoals bij eiken.

 

Het vochtgehalte in hout speelt een belangrijke rol.

Hout bevat in verse toestand veel vocht. Meubels in huis bevatten weinig water maar toch altijd nog een beduidende hoeveelheid. Wij hebben het hier over de gewichtshoeveelheid water in het hout uitgedrukt in een percentage van het drooggewicht van het hout.

Vers gekapt hout kan een vochtpercentage hebben van 120%. Als het hout gaat drogen loopt dit terug naar ongeveer 25%.

Het drogen van hout op een natuurlijke wijze zal nog altijd zo'n 20% vocht bevatten. Het vochtpercentage in huis is ongeveer 10%. Dus hier moet rekening mee worden gehouden. Je moet dan werken met "krimpbestendige" constructies. Hout wat gebruikt gaat worden voor meubels moet eerst een week of twee binnen liggen. Het vochtgehalte loopt dan terug naar een aanvaardbaar niveau.

Hout wat kunstmatig is gedroogd heeft een vochtpercentage van ongeveer 10% en is direct te verwerken maar daardoor duurder in aanschaf.

 

Het werken van hout.

Hout blijft altijd wel werken. De krimp van het hout in de lengterichting is te verwaarlozen. In de breedte is de werking groter. Met name bij dosse gezaagd hout. De plank gaat krom trekken door de ongelijke spanning in het hout. Bij kwartiers gezaagd hout heb je dit probleem niet.

Met een juiste constructie kan dit grotendeels worden opgevangen maar nooit helemaal.

 

 

Hoe ging het vroeger

 

Vroeger werd er er veel gebruik gemaakt van houtzaagmolens. Tegenwoordig gebeurt dit alleen nog op basis van vrijwilligheid. Al is het zeker mogelijk om hout van de molen te kopen.

 

Hieronder een korte beschrijving van de Bolwerksmolen in Deventer. Voor uitgebreide informatie en een kort filmpje verwijs ik graag naar de volgende site:

http://www.bolwerksmolen.nl

 

 

Naam                    Bolwerksmolen

Bouwjaar              1863/1955

Type                       Stellingmolen

Kenmerken          Achtkantig

Functie                  Zaagmolen

Bestemming        Het zagen van hout, thans op vrijwillige basis

 

In 1861 kregen de houthandelaars de gebroeders Abraham en Frank Elfrink van de gemeente Deventer toestemming om op het Bolwerk een zaagmolen te bouwen. In 1863 werd de molen in gebruik genomen.

Na verschillende eigenaren en molenaars alsmede een onteigeningsplan is de molen in verval geraakt. Pas in 1950 is het riet vervangen en in 1955 werd er een nieuw wiekenkruis geplaatst. Ook de stelling, die was verdwenen, is toen weer in ere hersteld.

 

Op initiatief van een actiegroep (later de stichting Bolwerksmolen) is in 1974 met het echte herstel van de molen begonnen. In 1976 werden de werkzaamheden afgesloten en sindsdien wordt de molen weer gebruikt om hout te zagen.

Door de jaren heen werd duidelijk dat de molen aan herstel toe was. Men is in 2005 met de restauratie begonnen. Onder andere werd de fundering verzwaard en de molen rechtgezet. Er kwam nieuw riet op en er werden nieuwe roeden geplaatst.

Men heeft tevens de mogelijkheid aangegrepen om ervoor te zorgen dat de krukas ook via een kettingaandrijving door een elektromotor in beweging kan worden gebracht.

 

Hout zagen gebeurt nu alleen nog op vrijwillige basis en alleen op zaterdag.

 

De foto's hieronder geven een korte impressie van het proces zoals het vroeger ging en nu door vrijwilligers wordt uitgevoerd.

Er wordt nog steeds een roeiboot gebruikt om de stammen uit het water te halen. Via de stelling worden de stammen in de molen getrokken. Na droging worden de stammen in balken of planken gezaagd.

Na het zagen worden de planken op latten gelegd zodat de wind ook tussen de planken kan komen wat het droogproces bevordert.